Van Palmbomen op de Dijk tot het Afbranden van het Zoniënwoud

Gepubliceerd op 3 juli 2025 om 21:49

_Een pleidooi voor morele reflectie in klimaatcommunicatie

Terwijl weervrouw Jill Peeters waarschuwt dat we pas actie zullen ondernemen als het Zoniënwoud in vlammen opgaat, noemt Jean-Marie Dedecker de klimaatopwarming “fantastisch” — want dan kunnen er palmbomen op de dijk van Middelkerke groeien. Wat zegt dit over de manier waarop we communiceren over onze toekomst? Dit essay onderzoekt hoe sociale systemen omgaan met informatie en waarom morele reflectie — tweede orde communicatie — van levensbelang is om als samenleving te kunnen overleven.

 

_De Klimaatstilte: wat we wél weten, maar niet bespreken

"Moet eerst het Zoniënwoud afbranden voor we er iets aan doen?"
— Jill Peeters, weervrouw en klimaatexpert

Deze retorische vraag van Jill Peeters — cynisch gesteld in een interview met VRT NWS — staat in scherp contrast met de opmerking van Jean-Marie Dedecker, die op 1 juli 2025 in De Morgen orakelde: "De klimaatopwarming is toch fantastisch. Straks kan ik palmbomen op de dijk zetten."
Waar Peeters alarm slaat over onze selectieve waarneming, zet Dedecker het probleem om in karikatuur. Dit stuitende verschil raakt de kern van een urgente problematiek: hoe sociale systemen waarnemen, welke signalen ze als ‘relevant’ beschouwen, en welke informatie ze wel of niet opnemen in hun communicatie.

Sociale systemen bestaan bij de gratie van hun communicatie. Wat zij waarnemen, is niet neutraal — het bepaalt welke werkelijkheid zij erkennen en reproduceren. Communicatie is dus allesbehalve vrijblijvend.

Een rapport van het NIPV (Risicocommunicatie over klimaatrisico’s – Deel A, juni 2025) onderstreept het onbehagen van Peeters. Daaruit blijkt dat burgers de bekende klimaatrisico’s zelden of nooit als urgent ervaren en zich nauwelijks voorbereiden. De berichtgeving mist haar doel.

De bevindingen onderstrepen het belang van tweede orde communicatie: niet alleen wat we communiceren, maar ook hoe en waarom we communiceren, bepaalt of burgers zich aangesproken voelen. Het is meteen ook het centrale punt van dit blogartikel.
Zonder dit metaniveau vallen zelfs wetenschappelijk onderbouwde boodschappen op een koude steen. Vitale, zelfs letterlijk levensreddende informatie wordt niet geselecteerd — en is daarmee sociaal onbestaand, ondanks haar objectieve bestaan.

Als informatie over het klimaatprobleem en mogelijke oplossingen niet wordt opgenomen in de communicatie, zijn zowel het probleem als de oplossing binnen het systeem functioneel onbestaand. Het systeem verliest zijn vermogen tot aanpassing en wordt zelfdestructief.

Een scherp voorbeeld is de uitspraak van politicus Jean-Marie Dedecker. Met zijn surrealistische commentaar negeert hij flagrant een gedeelde morele en ecologische verantwoordelijkheid. Hij framet een collectief gevaar als persoonlijke winst, en zijn uitspraak mist elke vorm van tweede orde-reflectie. Ze is niet controversieel, maar destructief.

 

_Tweede orde communicatie: praten over hoe we zouden moeten praten

Een gemeenschappelijke norm

We bevinden ons op het terrein van tweede orde communicatie: spreken over de communicatie zelf — communicatie over communicatie — en over de manier waarop we via taal problemen en oplossingen vormgeven. Daarbij is een centrale norm nodig als moreel oriëntatiepunt.

Een leefbare wereld is zo’n norm. Ze valt objectief te beschrijven en kan sociale systemen richting geven. Deze norm kan worden geconcretiseerd in vijf onderliggende principes:

  • We erkennen onze afhankelijkheid van de volledige werkelijkheid;
  • We streven naar duurzaamheid — sociaal, ecologisch én politiek: de wereld moet leefbaar blijven;
  • We denken en handelen met het oog op de zeer lange termijn — we dragen verantwoordelijkheid voor toekomstige generaties;
  • We zijn moreel flexibel — vaste overtuigingen mogen geen obstakel vormen voor noodzakelijke oplossingen;
  • We laten maximale diversiteit aan relevante informatie toe — onze informatie is structureel beperkt.

Het gaat dus niet alleen om wat we zeggen, maar ook om hoe we communiceren in functie van deze vijf principes: welke urgentie we toekennen en welke informatie we bewust of onbewust in- of uitsluiten.

Tweede orde communicatie is per definitie normatief. Ze maakt de onderliggende waarden, verwachtingen en prioriteiten van onze communicatie zichtbaar, bespreekbaar en — cruciaal — verbeterbaar. Dat wordt bijzonder duidelijk in vier sociale systemen die elk een specifieke rol spelen in het zichtbaar maken, verspreiden en normeren van informatie.

Wie dit metaniveau overslaat, laat de samenleving over aan ruis, versnippering of strategische framing. “Al zullen er altijd wel ergens palmbomen op de dijk van Mechelen staan,” zoals Mario Van Essche schertste op Facebook.

 

Vier sociale systemen, vier verantwoordelijkheden

Onder de koepel van een gedeeld doel moeten vier sociale systemen hun rol op elkaar afstemmen. De communicatie die andere communicatie aanstuurt, steunt op vier functioneel gescheiden, maar normatief verbonden systemen:

  • Wetenschap maakt het onderscheid tussen ware en onware informatie. Ze draagt de verantwoordelijkheid om objectieve en toetsbare kennis in het maatschappelijke systeem te brengen.
  • Media bepalen welke informatie maatschappelijk betekenisvol is. Zij maken die informatie zichtbaar en breed toegankelijk — en bepalen zo in hoge mate wat waargenomen wordt, en wat verdwijnt in de blinde vlek.
  • Politiek beschikt over het mandaat om via macht wanorde om te buigen naar orde, door oplossingen te vertalen naar faciliterende of afremmende regelgeving.
  • Burgers dragen de morele verantwoordelijkheid om niet alleen problemen te onderkennen, maar ook actief bij te dragen aan oplossingen — via hun gedrag, keuzes en betrokkenheid.

Elk systeem vervult een specifieke functie die niet door een ander systeem kan worden overgenomen. Alleen via onderlinge afstemming wordt een toekomst mogelijk waarin goed leven denkbaar blijft.

 

_Eerste orde communicatie: praten over wat is, en wat eraan scheelt

De communicatie van de eerste orde — en dus ook de samenwerking tussen de systemen — krijgt pas betekenis binnen de reflectie van de tweede orde communicatie.

Berichten over hittegolven, droogtes, CO₂-uitstoot of waterbommen zijn voorbeelden van eerste orde communicatie: directe, feitelijke uitwisseling over de toestand van de wereld. Ze beschrijft problemen én mogelijke oplossingen, zoals zonnepanelen, elektrische auto’s of internationale klimaatakkoorden.

Binnen eerste orde communicatie is er een voortdurende competitie om geselecteerd te worden — om gehoord, gezien en gedeeld te worden. Media zijn geen passieve spiegels van de werkelijkheid, maar normerende actoren binnen het communicatieve spel. Die normativiteit is, net zoals bij andere systemen, verbonden aan een ethische verantwoordelijkheid.

 

_Wat er misgaat: eerste orde zonder tweede orde is ethisch blind en stuurloos

Wanneer we uitsluitend communiceren op het niveau van de eerste orde — over temperaturen, investeringen of technologieën — zonder het niveau van tweede orde communicatie, dan communiceren we zonder ethisch kompas. Feiten worden banaal, oplossingen vrijblijvend, en problemen eindeloos herhaalbaar.

En dat is precies wat vandaag gebeurt — niet alleen in het klimaatdebat. Denk aan hoe recente mediabelangstelling voor een mogelijke aanval op Iran plots het lot van de Gazaanse bevolking naar de achtergrond verdreef. De aandacht verschoof abrupt van menselijk lijden naar de strategische logica van geopolitieke dreiging.

Die verschuiving is symptomatisch voor eerste orde communicatie: selectie op het moment zelf, zonder tweede orde reflectie — zonder het ethisch richtsnoer dat onze communicatieve keuzes zou moeten sturen. Het gesprek over waarom die verschuiving plaatsvindt en wat de implicaties zijn, blijft uit. Extreem weer is een neutraal nieuwsitem. Klimaatwetenschap wordt gepresenteerd als een apolitiek feitenverslag. Technologische oplossingen dienen als surrogaat voor collectieve morele keuzes.

Wat ontbreekt is een gedeeld gesprek over het communicatieve kader zelf — over de fundamentele vraag: "Wat willen we met onze communicatie mogelijk maken, en welke wereld willen we vormgeven door wat (en hoe) we spreken?" De kwestie-Dedecker illustreert op pijnlijke wijze wat er misloopt wanneer deze metareflectie ontbreekt. Ten eerste wordt wetenschappelijke informatie over klimaatverandering normatief gebagatelliseerd en herleid tot persoonlijke folklore. Ten tweede verzaakt De Morgen haar maatschappelijke opdracht door dergelijke uitspraken ongefilterd te publiceren zonder kritische duiding — een verzuim van haar tweede orde selectiefunctie. Ten derde ondermijnt Dedecker zijn mandaat als politicus door zijn functie van vertegenwoordigend en moreel handelend actor in te ruilen voor strategisch cynisme.

 

_De nood aan omkering

In plaats van te vertrekken van problemen en technische oplossingen, zouden we moeten vertrekken van de gewenste wereld — en van daaruit bepalen welke communicatie richtinggevend is.

Concreet betekent dit:

  • Vanuit tweede orde reflectie bepalen welke feiten op het eersteordenniveau relevant zijn;
  • Informatie betekenis toekennen op basis van een ethisch kompas.

Deze omkering is essentieel voor een zinvolle interactie tussen wetenschap, media, politiek en burgers. Ethiek en integriteit kunnen daarbij worden opgevat als een vorm van resonantie: denken en handelen in functie van wat nodig is om als samenleving op lange termijn te blijven bestaan.

 

_Besluit: Woorden bouwen werelden

Als communicatie zich beperkt tot het doorgeven van feiten, zonder reflectie op belangrijke waarden, ontstaat er morele blindheid. Oplossingen blijven vrijblijvend en structurele problemen keren terug in de vorm van patronen, omdat de communicatie geen richting biedt.

De tweede orde communicatie ontbreekt: reflectie op hoe en waarom we communiceren. Die reflectie moet niet vertrekken vanuit de problemen zelf, maar vanuit de wereld die we wíllen. Op die manier kunnen we niet-relevante feiten scheiden van relevante feiten — door ze een waarde te geven.

Deze omkering — van ethiek naar feiten — maakt de noodzakelijke interactie tussen wetenschap, media, politiek en burgers duidelijker. Integriteit wordt dan resonantie: samenwerking en afstemming op wat nodig is voor een duurzame samenleving. Dit is reversed ethics: een ethiek die vertrekt van de gewenste toekomst en terug redeneert naar de communicatie die die toekomst mogelijk maakt.

Tweede orde communicatie is geen abstractie, maar een opdracht voor burgers, journalisten, wetenschappers en beleidsmakers.
Woorden bouwen werelden. Een leefbare toekomst begint niet bij daden, maar bij de moed om haar uit te spreken — en dat juist te doen.

 

_Bibliografie

Dedecker, J.-M. (2025, juli). De klimaatopwarming is toch fantastisch. Straks kan ik palmbomen op de dijk zetten. De Morgen.
NIPV (2025, juni). Risicocommunicatie over klimaatrisico’s – Deel A. Nederlands Instituut Publieke Veiligheid.
VRT NWS (2025). Interview met Jill Peeters, weervrouw en klimaatexpert. VRT NWS Klimaatberichtgeving.
Luhmann, N. (1986). Theorie der Gesellschaft oder Sozialtechnologie – Was leistet die Systemforschung? Suhrkamp.
Luhmann, N. (1990). Die Wissenschaft der Gesellschaft. Suhrkamp.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.