Deel II: De open toekomst: Ruth tussen Darwin en Popper
Dit essay leest het bijbelboek Ruth als een ethisch tegenverhaal binnen een canon die ook mechanismen van uitsluiting bevat, zoals zichtbaar in de boeken Ezra en Nehemia. Vertrekkend vanuit Karl Poppers kritiek op historicisme en Charles Darwins concept van adaptieve variatie, analyseert de tekst hoe gesloten historische logica’s leiden tot uitsluiting, terwijl openheid, vermenging en relationele trouw juist veerkracht en gerechtigheid genereren. Ruth, als Moabitische vrouw, ondermijnt de etnisch-puriteinse theologie van haar tijd en wordt een structurele motor van toekomstgerichte vernieuwing. De canon blijkt niet eenduidig, maar meerstemmig: ze bevat de kiemen van haar eigen kritiek. Door Ruth te lezen als een ethische ‘mutatie’ in een gesloten systeem, ontstaat een theologisch en filosofisch pleidooi voor adaptieve openheid, rechtvaardige verbondenheid en kritisch omgaan met traditie. Het essay eindigt met een reflectievraag naar hedendaagse systemen die nog steeds opereren volgens gesloten scripts van afkomst of identiteit.